

Ontoegankelijk zijn ze, veengebieden. Belangrijk ook, ze herbergen kwetsbare soorten en houden wereldwijd enorme hoeveelheden CO2 vast. Genoeg redenen om ze in beeld te brengen en er zuinig op te zijn. Hoe diep zijn ze, wat zit erin?
Er is vanuit verschillende richtingen behoefte aan om er meer over te weten.
Zo ook bij het aanleggen van een windmolenpark in Ierland.
In het voortraject van de aanleg wordt veel energie gestoken in het karteren van veendiktes. Omdat bouwen op veengrond complex is vanwege de stabiliteit van de bodem, is het cruciaal om de bodem goed te kennen. De dikte van het veenpakket kan enorm variëren en men wil de dikke lagen graag vermijden. Dus wordt er maanden gezwoegd om de vele puntmetingen te kunnen doen die dat inzicht moeten geven.
Kan dat niet anders? Sneller, beter? Met een kleinere kans op nevenschade? Vanuit de lucht bijvoorbeeld?
Onze ervaring laat zien van wel. En we werden door Whiteford Geoservices uitgenodigd om dit te laten zien.
Dus monteerden we een van onze bodemsensoren, de MS-350 gammaspectrometer, ontwikkeld door de collega’s van Medusa Radiometrics, onder een grote drone.
Daarmee hebben we een aantal testgebieden ingemeten waar infrastructuur gepland is, zoals funderingen en toegangswegen. Vanaf een veilige hoogte werden vooraf geplande meetlijnen geautomatiseerd ingemeten. Drassige delen, oneven terrein en moeilijk doordringbare bossen werden gemakkelijk getrotseerd en vanaf een beter toegankelijke locatie in de buurt gadegeslagen via de camera aan boord.
Zoals gebruikelijk bij onze werkzaamheden, maakten we ook hier gebruik van de van nature aanwezige radioactiviteit in de bodem. De lage concentraties gammastraling die we meten gebruiken we meestal om de verschillende bodem typen van elkaar te onderscheiden. Maar in dit geval is het vooral de straling uit het gesteente dat de onderlaag van het veen vormt, die we meten. Of meer precies, de straling die we niet meten. Want de aandacht gaat deze keer niet uit samenstelling van de (veen)bodem zelf, maar naar hoeveel ervan er op het basismateriaal ligt. Kort gezegd: hoe dikker de veenlaag, hoe minder er van deze straling gemeten wordt.
Omdat er in dit gebied al boorwerk op traditionele wijze werd gedaan kunnen we dit project gebruiken om daar onze data mee te vergelijken. Als dat goed overeen gaat komen kan deze techniek bijdragen aan een meer optimale planvorming al in een vroeg stadium van veenbodemprojecten.
Terwijl we in grote lijnen dezelfde bodeminformatie verkregen als ook volgt uit het traditionele booronderzoek, kostte de uitvoering van ons werk maar enkele dagen. Een flinke winst in tijd en inspanningen in vergelijking met het uitvoeren van talloze boringen. Wanneer deze aanpak wordt gebruikt in een vroeg stadium van een project, kunnen het ontwerp en planning nog gemakkelijk worden aangepast. Onnodige aantasting van het kwetsbare gebied, aanpassingen van de plannen en risico’s voor het personeel kunnen teruggebracht worden wat kan bijdragen aan een verbeterd bouwproces.
Download een gratis brochure over ons werk of neem contact op voor antwoorden op al uw vragen.